Nazareths dialect uit 1965

N_UGent_2015_JV_Nazareth

Jerome, een beenhouwer uit Nazareth, geboren in 1910, vertelt over zijn beroep. Als beenhouwer moest hij de dieren niet alleen slachten, hij moest ze ook bij de boeren gaan opkopen. Dat was geen gemakkelijke taak: hij vertelt over het karakter dat je als koopman moest hebben en over de boeren die vrijwel steeds erg moeilijke klanten waren.

Hierna volgt een overzicht van de inhoud van dit fragment, in tijd afgebakend: 00:20 - Jerome ging tot zijn 14de naar school in Nazareth, daarna bij een tante in Oudenaarde voor 6 jaar, waar hij de kunst heeft geleerd om om te gaan met de mensen. Dan terug naar zijn geboortedorp als beenhouwer. Daar ‘bitter jong’ getrouwd, toch een zaak begonnen, zijn zoontje Lucien werd geboren en hij is 7 maand gemobiliseerd geweest en na de oorlog werd al wat hij verdiend had opgeëist door Camille Gutt.

03:40 - Over het kopen van beesten: hele dagen op het veld bij 10 à 15 boerenmensen om beesten te kopen. Dat vergde heel wat discussie en raisonnatie (‘gekibbel’).

05:37 - over de Tweede Wereldoorlog.

06:47 - over het beroep van zijn vader, zijn vader was een kantonnier: opzichter van bruggen en wegen, controle over wat op de weg moest gebeuren, een ware volksvriend die met iedereen kon spreken;

10:15 - over de stiel van het dieren slachten, de delen van het zwijn (14:07), de beestenkoopman (21:30) en over de risico's van het vak (26:48)

30:54 - Vasten. Over de goede en mindere periodes in het zakendoen: in de vasten moet je voorzichtig zijn.

32:13 - Over het karakter en de aard van de boeren, hun slimheid, dat je veel van hen kan leren, dat het niet evident is met boeren te onderhandelen.

35:59 - Over zijn kinderen.
tape
Nazareth
27 maart 1965